AI als Bezem: Op weg naar formatief, onderzoekend en toekomstgericht onderwijs
- Pien Tje
- 13 mei
- 7 minuten om te lezen

Kunstmatige intelligentie is geen bedreiging. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging om het onderwijs te vernieuwen en eindelijk aan te laten sluiten bij de tijd waarin onze leerlingen leven.
De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs heeft veel stof doen opwaaien. Leraren zijn bezorgd over de betrouwbaarheid van ingeleverde werkstukken, scholen weren apparaten tijdens toetsen, en discussies over plagiaat en eerlijkheid laaien op. Wat velen echter over het hoofd zien, is dat deze technologische storm juist het laatste duwtje kan zijn dat ons onderwijs nodig heeft. AI is geen bedreiging – het is de bezem die de resten van een verouderd systeem bij elkaar veegt, zodat er ruimte ontstaat voor iets nieuws: een onderwijs dat niet meer draait om het toetsen van kennis, maar om het begeleiden van het leerproces zelf. Formatief handelen en onderzoekend leren worden niet langer optioneel, maar essentieel.
AI houdt het onderwijs in haar greep. Werkstukken die “te goed” zijn om door een leerling geschreven te zijn. Eindtoetsen waarbij het verboden is om een laptop open te klappen. Angst voor fraude. Onzekerheid over de waarde van een cijfer. Leerkrachten die zich afvragen: Hoe weet ik nog wat mijn leerlingen zélf kunnen?
Die paniek is begrijpelijk. Maar ze is het symptoom van een dieperliggend probleem: ons onderwijsmodel is nog steeds gebouwd op een werkelijkheid waarin kennis schaars, controle essentieel, en technologische hulpmiddelen bedreigend zijn. Die wereld is voorbij. Kennis is overal. En AI maakt haar toegankelijker dan ooit.
Wat nu? We kunnen blijven controleren, verbieden en sanctioneren. Of we kiezen een andere route: we gaan opnieuw vormgeven waar onderwijs over moet gaan. Niet over het toetsen van kennis, maar over het begeleiden van denken. Niet over beheersing, maar over betekenisgeving. Niet over “heb jij het goed gedaan?”, maar over “hoe ben jij tot inzicht gekomen?”
AI is geen eindpunt. Het is de bezem die het klaslokaal leegveegt. En wie de moed heeft op te ruimen, kan eindelijk bouwen.
De kennisparadox
Het traditionele onderwijsmodel is gebouwd op het idee dat kennis schaars is. Leraren gelden als experts, leerboeken als poorten naar de waarheid, en toetsen als graadmeter voor beheersing. Maar deze veronderstelling is allang achterhaald. Kennis is al jaren overal – in boeken, op YouTube, in online cursussen – en met de komst van AI is het niet alleen overal, maar ook direct en op maat beschikbaar. Een leerling die vroeger een boek doorspitte op zoek naar het juiste antwoord, krijgt dat antwoord nu binnen seconden via ChatGPT of een andere AI-toepassing.
De reflex om AI te verbieden of te omzeilen is begrijpelijk, maar niet houdbaar. We bevinden ons in een tijd waarin kennis geen einddoel meer kan zijn. Wat telt, is wat je met die kennis doet. Wie haar begrijpt, toepast, bevraagt, combineert of bekritiseert. Het is tijd dat ons onderwijs die beweging volgt.
De paradox is duidelijk:
We toetsen op kennis, terwijl die overal beschikbaar is.
We verwachten zelfstandigheid, terwijl we autonomie onderdrukken met gesloten opdrachten.
We willen creativiteit, maar beoordelen het antwoordmodel.
AI maakt deze tegenstrijdigheden zichtbaar. En pijnlijk voelbaar. Maar dat is geen ramp – het is een kans.
AI als medium, niet als valsspeler
In plaats van AI te zien als valsspeler, kunnen we het ook beschouwen als een nieuw medium – net zoals de drukpers, de televisie of het internet dat waren. AI daagt ons uit om leerlingen niet langer te beoordelen op wat ze weten, maar op hoe ze denken. Hoe ze bronnen combineren, vragen stellen, keuzes onderbouwen en creativiteit inzetten. Formatief handelen – het voortdurend begeleiden van leerlingen in hun leerproces – wordt hierbij onmisbaar.
Dit vraagt om een andere houding van de leraar. Geen surveillant, maar coach. Geen beoordelaar van eindproducten, maar begeleider van leertrajecten. En vooral: iemand die leert herkennen wanneer een leerling zelfstandig denkt, vragen durft te stellen en AI zélf inzet als gereedschap in plaats van als vervanger.
Stel je voor:
In plaats van: “Noem drie oorzaken van de industriële revolutie” ➜ “Laat zien hoe je met behulp van verschillende AI-bronnen tot een overzicht komt van de industriële revolutie. Reflecteer op de betrouwbaarheid van de gevonden informatie.”
·In plaats van: “Schrijf een betoog over klimaatverandering” ➜ “Gebruik AI om verschillende standpunten over klimaatverandering te analyseren. Kies je eigen positie en onderbouw die met bronnen, persoonlijke argumenten en een ethisch perspectief.”
De technologie verandert. Onze opdrachten moeten mee.
Formatief handelen als begeleidingskompas Formatief handelen draait om het zichtbaar maken van leerprocessen, het geven van gerichte feedback en het activeren van eigenaarschap bij de leerling. Het stelt vragen centraal in plaats van antwoorden. In een AI-gestuurd landschap wordt dit urgenter dan ooit. Want als een leerling binnen tien seconden een volmaakt antwoord op een toetsvraag kan genereren, wat meten we dan eigenlijk nog?
Het antwoord is helder: we moeten afstappen van eindbeoordelingen op basis van feitenkennis en overstappen op voortdurende evaluatie van vaardigheden, houding en denkvermogen.
Vragen als:
Hoe heeft de leerling het antwoord opgebouwd?
Welke keuzes zijn er gemaakt en waarom?
Welke bronnen zijn geraadpleegd, en hoe zijn ze geëvalueerd?
Wat zegt dit werkstuk over het leerproces van de leerling?
AI versterkt deze noodzaak. Want als het antwoord altijd binnen handbereik ligt, is het de weg ernaartoe die telt. De kunst van het formuleren van een goede onderzoeksvraag, het kritisch kiezen van bronnen, het reflecteren op je aanpak en het verbeteren van je werk – dát is waar leren gebeurt.
Onderzoekend leren: aansluiten bij het tijdperk van complexe vragen
AI stelt ons in staat om sneller en gerichter informatie te verzamelen, maar dat is pas het begin. De échte vraag is: wat doen we met die overvloed? Onderzoekend leren biedt een antwoord. Het leert leerlingen systematisch vragen te stellen, hypotheses te formuleren, kritisch te denken, en verbanden te leggen tussen disciplines.
Door AI actief te betrekken in dit proces – als sparringpartner, databron of brainstormhulp – maken we van leerlingen geen passieve gebruikers, maar actieve ontwerpers van kennis. Dit vraagt wel om kaders: leerlingen moeten leren wat AI kan en niet kan, waar vooroordelen kunnen ontstaan, en hoe zij als mens richting kunnen geven aan technologische hulpmiddelen.
Verbeelding in het AI-tijdperk: menselijkheid als tegenkracht
Juist in een wereld waarin technologie steeds meer beslissingen overneemt, wordt het unieke menselijke vermogen tot verbeelding steeds essentiëler. Waar AI sterk is in het analyseren van grote hoeveelheden data en het herkennen van patronen, is het de mens die betekenis kan geven aan wat nog niet bestaat. Verbeelding is niet gebonden aan algoritmes; ze ontspringt aan ervaring, intuïtie, empathie en het vermogen om buiten bestaande kaders te denken.
Juist daarom is het noodzakelijk dat verbeelding een centrale plaats heeft in het onderwijs van de toekomst. In plaats van jongeren uitsluitend voor te bereiden op het beheersen van technologie, moeten we hen toerusten met de vaardigheden om er op een kritische en creatieve manier mee om te gaan. Ze moeten leren morele vragen te stellen bij technologische vooruitgang: Wat betekent dit voor menselijkheid? Voor rechtvaardigheid? Voor onderlinge verbondenheid?
Kunst- en cultuureducatie speelt hierin een onmisbare rol. Door middel van kunst leren leerlingen dat ze niet alleen gebruikers zijn van technologie, maar ook vormgevers van betekenis. Ze worden aangespoord om hun eigen stem te laten horen, om verhalen te vertellen die onder de oppervlakte schuilgaan, en om werelden te ontwerpen die alternatieven bieden voor de status quo. Dit vermogen tot verbeelden – en het oefenen daarvan – vormt een krachtig tegenwicht tegen de eenzijdige logica van automatisering en standaardisering.
Verbeelding helpt jongeren om zich niet passief te laten leiden door technologische ontwikkelingen, maar om zich er bewust, empathisch en handelingsgericht toe te verhouden. Het herinnert hen eraan dat ze meer zijn dan data, meer dan gebruikers: ze zijn burgers, makers en medemensen. In die zin is verbeelding geen luxe in het curriculum, maar een noodzaak – een menselijk kompas in een wereld die steeds sneller verandert.
Deze menselijke verbeeldingskracht vormt de brug naar maatschappelijke betrokkenheid. Wie zich een andere wereld kan voorstellen, kan ook bijdragen aan het vormgeven ervan. Daarmee wordt verbeelding niet alleen een oefening in creativiteit, maar ook in verantwoordelijkheid – een fundament voor democratisch bewustzijn en sociale verandering.
Creativiteit als toetscriterium
In plaats van leerlingen af te rekenen op het feit dat ze AI gebruiken, kunnen we ze uitdagen op hoe ze het gebruiken. Wat als we creativiteit en verbeeldingskracht als beoordelingscriteria hanteren? Bijvoorbeeld:
Heeft de leerling originele invalshoeken onderzocht?
Is er sprake van verrassende verbindingen tussen bronnen?
Hoe persoonlijk of betekenisvol is het eindproduct?
Wordt er op een ethisch bewuste manier omgegaan met technologie?
Op die manier wordt AI geen shortcut, maar een springplank. De leerling leert niet alleen hoe een antwoord tot stand komt, maar ook hoe hij zijn eigen stem daaraan toevoegt.
Voorbeelden van onderwijs dat wél werkt met AI
Filosofisch AI-debat in groep 8 Leerlingen onderzoeken de vraag: “Mag een algoritme bepalen wie een donororgaan krijgt?” Ze voeren een debat waarbij AI hen helpt bij het verzamelen van argumenten, maar waarin hun eigen ethische afweging centraal staat.
Beeldverhalen met AI in de onderbouw Leerlingen schrijven een kort verhaal en gebruiken generatieve AI om beelden te creëren bij hun tekst. Daarna vergelijken ze de AI-beelden met hun eigen verbeelding en bespreken ze wat er wel en niet klopt.
Onderzoeksopdracht in de bovenbouw VO Een leerling onderzoekt de invloed van fast fashion op jongeren. AI helpt bij het vinden van statistieken en standpunten. De leerling verwerkt deze in een kritische collage van teksten, beelden en een reflectie op eigen koopgedrag.
Naar een curriculum met lef
Een toekomstgericht curriculum vereist lef van beleidsmakers en ruimte voor scholen. Dit betekent:
Minder nadruk op summatieve toetsen;
Meer aandacht voor procesgerichte feedback;
Inbedding van kunst, ethiek en digitale geletterdheid;
Professionalisering van leerkrachten in AI-geletterdheid en formatief handelen;
Ondersteuning voor scholen om leerdoelen te herzien vanuit vaardigheden en mensvorming.
Slot: De bezem die ruimte maakt AI veegt niet het onderwijs weg – het veegt schoon. Het maakt zichtbaar wat niet meer werkt, en schept ruimte voor een andere benadering: één die nieuwsgierigheid, creativiteit, samenwerking en menselijkheid centraal stelt. Formatief handelen, onderzoekend leren en verbeelding zijn daarin geen extra’s, maar noodzaak.
Het onderwijs heeft een kans. Een kans om zichzelf opnieuw uit te vinden, niet ondanks AI, maar dankzij AI. Laten we die kans grijpen. Niet met angst, maar met visie.



Opmerkingen